Sinds het modeljaar 2012 is de Nationale Administratie voor Verkeersveiligheid op de Snelwegen (NHTSA) heeft verplicht gesteld dat alle nieuwe personenauto's die in de Verenigde Staten worden verkocht, uitgerust moeten zijn met een elektronische stabiliteitsregeling (ESC), ook wel bekend als het Electronic Stability Program (ESP). ESC is een complex systeem dat samenwerkt met meerdere sensoren en een boordcomputer om de rijstabiliteit van het voertuig te verbeteren door wielslip of zijdelingse slip te detecteren en te verminderen. De belangrijkste sensoren zijn:
- Giersnelheidssensor: bewaakt de rotatiesnelheid van het voertuig rond de verticale as
- Laterale versnellingssensor: detecteert veranderingen in de zijdelingse kracht van het voertuig
- Wielsnelheidssensor: verzamelt in realtime snelheidsinformatie van elk wiel
- Stuurwielhoek-/stuurkoppelsensor: registreert de stuurintentie van de bestuurder
De ESC-module vergelijkt de gegevens die door de bovengenoemde sensoren worden teruggestuurd met het dynamische model van het voertuig dat in het systeem is ingesteld. Zodra het voertuig onbestuurbaar wordt door overstuur, onderstuur of overhellen, stuurt het systeem eerst een opdracht naar de motorregelmodule (ECM) om het motorkoppel op passende wijze te verlagen (de gasklepopening wordt verkleind bij modellen met elektronisch gas). Als het verlagen van het koppel alleen de stabiliteit van het voertuig niet kan herstellen, werkt ESC samen met het antiblokkeersysteem (ABS) om specifieke wielen af te remmen om het voertuig te helpen de juiste rijrichting aan te nemen, zodat de bestuurder altijd de controle over het voertuig behoudt.